2
Richtsnoeren i.v.m. ondernemingen en mensenrechten

Hoe kunnen deze richtsnoeren worden gebruikt?

De staat kan de in dit instrument 2 gepresenteerde richtsnoeren gebruiken om lacunes in de regelgeving betreffende de naleving van de mensenrechten van organisaties die in hun rechtsgebied actief zijn, op te vullen.

De in dit instrument 2 aangegeven richtsnoeren ondersteunen ook particuliere organisaties bij het naleven van de mensenrechtenwetgeving. Hoewel organisaties zelfreguleringsmechanismen kunnen invoeren om te voldoen aan de in instrument 1 beschreven bindende mensenrechtenregels, dienen de richtsnoeren van instrument 2 als een routekaart om deze regels in de praktijk toe te passen, in het licht van de specifieke activiteiten, contexten, risico's, meest relevante mensenrechten en betrokken belanghebbenden.

De richtsnoeren die in dit instrument worden genoemd, zijn vergelijkbaar en onderling verbonden, en er is geen eenduidige manier om ze te gebruiken. Hiervoor zijn verschillende mechanismen ontwikkeld, waarvan de meest relevante de door de UNGP genoemde mechanismen zijn: gepaste zorgvuldigheid t.a.v. de mensenrechten (HRDD), mensenrechteneffectrapportage (HRIA), rapportagesystemen, operationele klachtenmechanismen en zelfevaluatie van de naleving van de mensenrechten. Deze mechanismen zijn ook complementair en onderling verbonden en worden gepresenteerd in de volgende instrumenten.

Rapportage

Gepaste zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten en effectbeoordeling

Operationele Klachtenmechanismen

Zelfevaluatie en naleving